Voor Eelco begon de strijd pas ná de capitulatie van Japan: ‘Het is belangrijk dat we deze oorlogssituatie niet vergeten’
DEN BOSCH – Het is vandaag 75 jaar geleden dat er voor het voormalige Nederlands-Indië door de capitulatie van Japan een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. De oorlog, de daaropvolgende onafhankelijkheidsstrijd en de gevolgen dáár weer van hebben voor eeuwige littekens op de ziel gezorgd.
,,Ja”, concluderen Eelco Wichers (90) en zijn vrouw Trees (84) aan het einde van het gesprek. ,,Op 15 augustus 1945 is dan wel de oorlog afgelopen, maar voor ons begon de strijd toen pas echt.”
Japan valt Nederlands-Indië binnen
Eelco wordt geboren in Yogyakarta in Nederlands-Indië. Zijn grootvader heeft drie suikerfabrieken. Maar in 1942 valt Japan Nederlands-Indië binnen. De suikerfabrieken worden ingenomen. ,,Zo hadden wij geen geld en inkomen meer”, vertelt Eelco in zijn appartementje in Den Bosch. ,,Het was 1943. Ik had 22 postduiven die ik verkocht op de markt. Ze kwamen steeds weer terug naar mij, waardoor ik ze opnieuw kon verkopen. Maar de ‘Jappen’ pakten me op: die dachten dat ik ze gebruikten voor spionage.” Hij werd naar de gevangenis gebracht en zat, samen met vijf anderen, een jaar in een cel.
In vrijheid maakt hij op 15 augustus 1945 mee dat Japan capituleert. De Tweede Wereldoorlog is ten einde. Maar op 17 augustus verklaart Soekarno de onafhankelijk van Indonesië, het is de start van de Bersiap-periode. ,,Er was haat tegen alles wat er Europees uitzag.”
‘Ik dacht dat ik vermoord zou worden’
In de nacht van 12 op 13 oktober 1945 staan gewapende Indonesiërs voor de deur van de familie Wichers. ,,Alle Nederlandse jongens uit de wijk werden opgepakt. Ik dacht dat ik vermoord zou worden”, zegt Eelco. De groep wordt in 1945 en 1946 ondergebracht in verschillende kampen. In december zetten ze hem op de trein naar Batavia (nu Jakarta, red.) om overgedragen te worden aan de Nederlandse regering, in ruil voor Indonesische krijgsgevangenen. Hij is dan nog maar zestien jaar.
Eelco gaat in Bandung wonen, honderden kilometers van Yogyakarta. Hij neemt er een besluit dat hem jaren zal blijven achtervolgen: hij gaat bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) in het 2e Eskadron Pantserwagens. ,,Ik had eten nodig. En ik wilde mezelf kunnen verdedigen.” Heel veel meer wil Eelco niet kwijt over die periode. Ja, hij vecht tegen Indonesische onafhankelijkheidsstrijders en evacueert bedreigde Chinezen uit het West-Javaanse Garut, maar meer wil hij niet vertellen. ,,Daar heb ik geen behoefte aan.”
Als op 27 december 1949 de zelfstandigheid van Indonesië een feit is, is Eelco al vertrokken. Hij is eerder dat jaar gedemobiliseerd, werkt op een boot van de Koninklijke Paketvaart (met één K)-Maatschappij en heeft Singapore als standplaats. Hij werkt er 4,5 jaar en komt met de boot vaak in Indonesië, maar voet op vaste grond zetten doet hij niet.
Trees
Maar Eelco voelt zich ontworteld. Hij wil terug, gaat in 1953 in Jakarta wonen en onderhoudt daar sleepboten. Op familiebezoek in Bandung loopt hij buiktyfus op en komt hij in het ziekenhuis terecht. Daar ontmoet hij Trees, een zuster. Het klikt. De liefdesbrieven vliegen over en weer. In september 1956 trouwen ze en nog geen jaar later krijgen ze hun eerste dochter. Ze schrapen hun spaargeld bij elkaar om een huisje te bouwen in een buitengebied van Jakarta. Het leven lijkt hun toe te lachen.
‘Lijkt’, want in 1957 laait de discussie rondom Nederlands-Nieuw-Guinea op. Als het aan Indonesië ligt, dan geeft Nederland dat aan Indonesië, maar dat wil Nederland niet. Dat zou pas in 1962 gebeuren. Maar eind 1957 merken Eelco en Trees de vijandigheid ten opzichte van Nederlanders. ,,Om 07.00 uur kwam er een man langs. ‘U moet binnen 24 uur weg’, zei hij. Indonesië nam ons huis en dat van andere Nederlanders in beslag”, zegt Eelco. Hij brengt Trees en hun vijf maanden oude dochter halsoverkop naar familie in Bandung. Trees stapt met hun dochtertje op de boot naar Nederland. Een reis die een maand duurt. Eerst komen ze terecht in een opvang in Budel, later gaan ze naar het Limburgse Hoensbroek.
‘Appeltje te schillen’
Ondertussen zit Eelco nog in Indonesië. Hij heeft sleepboten te onderhouden. Tot in begin 1958 een majoor van het Indonesische leger de werkplaats opstapt. ,,Hij vroeg hoe het stond met de overdracht van mijn werkzaamheden aan de Indonesiërs”, zegt Eelco. Op dat moment zegt de majoor dat hij nog wel een appeltje te schillen heeft met Eelco. ,,Ik zei: ‘Hier groeien toch helemaal geen appels?’ Ik hield me van de domme”, zegt Eelco. Want diep vanbinnen weet Eelco waar het over gaat. ,,’Dat appeltje heet: het tweede eskadron van de KNIL’, zei hij. Toen wist ik genoeg. Ik ben naar de ambassade gegaan en heb mijn spullen gepakt. Binnen een paar dagen zat ik op de boot.”Eelco Wichers zat bij de KNIL © Roel van der Aa
In Nederland voegt hij zich bij Trees en zijn dochter. Later krijgen ze nog een dochter en een zoon. Hij werkt eerst bij DSM in Geleen om vervolgens voor een drankconcern te gaan werken in Den Bosch. Bij dat laatste bedrijf breekt zijn hart. ,,Het was de bedoeling dat ik eind jaren 60 naar Indonesië zou gaan voor een klus. Twee collega’s reisden vooruit. En daar kregen ze te horen dat ik als ex-KNIL persona non grata was daar. Een paar dagen later nam ik ontslag. Ik was zo teleurgesteld.”
Eelco Wichers zat bij de KNIL © Roel van der Aa
Uiteindelijk gaan Eelco en Trees, als alles in wat rustiger vaarwater zit, toch nog tien keer naar Indonesië. De laatste keer was in 2010. Wanneer Eelco en Trees in de rij voor de paspoortcontrole staan, ziet Eelco plotseling iets op de monitor verschijnen: een foto van hem in KNIL-uniform. ,,’Deze man heeft bij de KNIL gezeten’, zeiden ze in het Javaans tegen elkaar. Ze gooiden onze paspoorten terug en keken me niet meer aan. Toen wist ik: ik ga nooit meer terug.”
‘Niet vergeten’
Vandaag zijn Eelco en Trees weer bij de herdenking van de oorlogsslachtoffers die tussen 1942 en 1949 vielen in Nederlands-Indië. Het speciaal hiervoor opgerichte monument in park De Grevelingen is in 2005 er mede door de inzet van Eelco gekomen. Hij werd later voorzitter van de Vereniging Herdenking Oorlogsslachtoffers Nederlands-Indië. ,,Het is belangrijk dat we deze oorlogssituatie niet vergeten. Door dit monument is er een blijvende herinnering voor ons allen in Brabant.”
Stadsblad ‘s-Hertogenbosch