






















































































































































































































Franklin van Kappen zat als baby met zijn moeder in het vrouwenkamp Lampersari, in een buitenwijk van Semarang, en later als jongetje ook in Kamp Karangpánas. Wanneer het gezin na de oorlog is herenigd, wordt zijn vader overgeplaatst naar Nederlands-Nieuw-Guinea.
Anneke Schults woont met haar vader, een KNIL-militair en haar moeder voor de oorlog in Bandoeng (Java). Tijdens de oorlog worden Anneke en haar moeder gevangengenomen en in een goederentrein met vele andere Indische Nederlanders naar het kamp Tjideng afgevoerd in een afgesloten deel van een buitenwijk van Batavia.
Tijdens de oorlog werkt de vader van Ron Brus als krijgsgevangene aan de Birmaspoorlijn. In 1946 wordt hij gestationeerd in Bangkalan op het eiland Madoera om Madoerese hulptroepen te trainen voor het KNIL. Een jaar later ontvangt Rons moeder het bericht dat haar man wordt vermist. Wat er met hem gebeurd is, blijft onduidelijk.
Loek Middel is geboren in 1925 vlakbij Bandoeng. Hij werd tijdens de Japanse bezetting opgepakt en zat o.a. in de Glodok Gevangenis in Batavia. Na de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 keerde hij terug naar Bandoeng, waar hij ooggetuige was van de gevolgen van de bersiapmoorden. Daarna ging hij in dienst bij het KNIL om de Indische bevolking te beschermen tegen de pemoeda’s.
Michiel Eduard is singer-songwriter en producer van Indonesische popmuziek en is van Nederlands-Indische afkomst. Zijn overgrootouders komen uit Java en werkten op Sumatra als koelies op grote plantages. Zijn grootouders, tantes en oom hebben op Sumatra en Java in zeven Jappenkampen gezeten en de bersiap meegemaakt.
15 augustus 2020
Geachte aanwezigen
Ik heet u van harte welkom op deze kleine besloten herdenking die gehouden wordt uit respect voor alle slachtoffers van de tweede Wereldoorlog in het voormalig Nederlands Indie en de onafhankelijkheidsstrijd daarna. Ik ben blij en dankbaar dat u allen hier aanwezig bent. Wij gaan er een mooie waardige herdenking van maken. Er zijn nog slechts een paar personen onder ons die de oorlog aan den lijve ervaren hebben.( waaronder ook ik dat geluk heb) Voor hen een speciaal welkom. Vandaag had een bijzondere herdenking moeten worden, 75 jaar bevrijding en 15 jaar bestaan van de vereniging HONI. Door de coronacrisis is dit niet mogelijk gebleken. Gelukkig kunnen wij met medewerking van Boulevard deze herdenking uitzenden op livestream, zodat onze leden en belangstellenden het ook kunnen volgen.
75 jaar geleden op 15 augustus 1945 capituleerde Japan en kwam er een eind aan een jarenlange gevangenschap van de Nederlanders in het voormalig Nederlands Indie.
15 augustus 1945 ……. De bevrijding van de Japanse heersers, maar echte vrijheid was er niet.
Geen bevrijdingsfeesten, geen muziek of uitgelaten danspartijen, zoals hier in Nederland op 5 mei, maar terug in de kampen uit angst voor de Indonesiërs die hun kans op onafhankelijkheid zagen, en zonder pardon voor de vrijheid van hun land vochten. Ook de Indo-Europeanen die vanwege hun gemengde afkomst buiten de kampen geleefd hadden, meestal ook onder erbarmelijke omstandigheden, als krijgsgevangenen en dwangarbeiders, werden een doelwit voor de moordlustige nationalistische Indonesiërs
2 dagen na 15 augustus verkondigde Soekarno de onafhankelijkheid van Indonesië.
De strijd om de onafhankelijkheid van Indonesië was hiermee begonnen omdat Nederland zijn kolonie niet zomaar op wilde geven. Tijdens de strijd hierom , vielen in de jaren van 1945 tot 1949, onnodig veel onschuldige slachtoffers Nederlanders, Molukkers maar ook vele onschuldige Indonesiers werden vermoord.
Daarna in 1949 na de onafhankelijkheidsverklaring, werden , de Nederlanders, gedwongen om zo snel mogelijk te vertrekken uit Indonesië. Ongewenst in het land dat een deel van hen was geworden naar een voor een aantal een onbekend vaderland. Geen baan, geen huis maar opgevangen in contractpensions.
De afgelopen lockdownperiode was voor een klein aantal onder ons een tweede lockdownperiode. De eerste beleefden wij van 1942-1945. Ook toen werden wij in onze vrijheid beperkt en gescheiden van onze naasten. Opgesloten achter het gedek. Ook toen heerste de angst voor de dood en onzekerheid voor de toekomst. Er vielen vele doden door de honger ,gebrek aan medicijnen en onmacht. De doden werden in een matje gerold, en op vrachtwagens afgevoerd. Geen waardig afscheid met familie en vrienden.
Een quarantaineperiode van meer dan 3 jaar, geen vrijheid, altijd honger, opgesloten onder erbarmelijke omstandigheden. Behalve in het voormalig Nederlands Indie was dit trouwens ook het geval in Nederland. Deze tweede lockdown periode , heeft overeenkomsten, maar ook verschillen. Ondanks dat de angst en onzekerheid en de beperkte vrijheid er nu ook is, besef ik dat de beperkingen tijdens deze lockdown een andere impact hebben. Vergeleken met de eerste lockdown blijven er nog veel goede dingen over die de maatregelen draaglijk maakt. De grootste vijanden tijdens de eerste lockdown : de honger en de martelingen en de angst om weggevoerd te worden , zijn er gelukkig niet. 777Deze beperkte vrijheid met haar maatregelen, is maar betrekkelijk in vergelijking met de oorlog, al zijn die voor degenen die de oorlog niet meegemaakt hebben en vooral voor de jeugd vaak moeilijk te begrijpen. In de toekomst zullen wij onze vrijheid hopelijk niet meer zoals vanzelfsprekend ervaren. Deze periode heeft ons weer met de neus op de feiten gedrukt. Vrijheid is niet vanzelfsprekend . Bij vrijheid horen verantwoordelijkheden die vaak moeilijk te accepteren zijn. Met zijn allen zullen wij hieraan mee moeten werken zodat er aan deze tweede lockdown snel een einde komt.
Ik wens u een goede herdenking
Anneke Schults
Voor Eelco begon de strijd pas ná de capitulatie van Japan: ‘Het is belangrijk dat we deze oorlogssituatie niet vergeten’
DEN BOSCH – Het is vandaag 75 jaar geleden dat er voor het voormalige Nederlands-Indië door de capitulatie van Japan een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. De oorlog, de daaropvolgende onafhankelijkheidsstrijd en de gevolgen dáár weer van hebben voor eeuwige littekens op de ziel gezorgd.
,,Ja”, concluderen Eelco Wichers (90) en zijn vrouw Trees (84) aan het einde van het gesprek. ,,Op 15 augustus 1945 is dan wel de oorlog afgelopen, maar voor ons begon de strijd toen pas echt.”
Japan valt Nederlands-Indië binnen
Eelco wordt geboren in Yogyakarta in Nederlands-Indië. Zijn grootvader heeft drie suikerfabrieken. Maar in 1942 valt Japan Nederlands-Indië binnen. De suikerfabrieken worden ingenomen. ,,Zo hadden wij geen geld en inkomen meer”, vertelt Eelco in zijn appartementje in Den Bosch. ,,Het was 1943. Ik had 22 postduiven die ik verkocht op de markt. Ze kwamen steeds weer terug naar mij, waardoor ik ze opnieuw kon verkopen. Maar de ‘Jappen’ pakten me op: die dachten dat ik ze gebruikten voor spionage.” Hij werd naar de gevangenis gebracht en zat, samen met vijf anderen, een jaar in een cel.
In vrijheid maakt hij op 15 augustus 1945 mee dat Japan capituleert. De Tweede Wereldoorlog is ten einde. Maar op 17 augustus verklaart Soekarno de onafhankelijk van Indonesië, het is de start van de Bersiap-periode. ,,Er was haat tegen alles wat er Europees uitzag.”
‘Ik dacht dat ik vermoord zou worden’
In de nacht van 12 op 13 oktober 1945 staan gewapende Indonesiërs voor de deur van de familie Wichers. ,,Alle Nederlandse jongens uit de wijk werden opgepakt. Ik dacht dat ik vermoord zou worden”, zegt Eelco. De groep wordt in 1945 en 1946 ondergebracht in verschillende kampen. In december zetten ze hem op de trein naar Batavia (nu Jakarta, red.) om overgedragen te worden aan de Nederlandse regering, in ruil voor Indonesische krijgsgevangenen. Hij is dan nog maar zestien jaar.
Eelco gaat in Bandung wonen, honderden kilometers van Yogyakarta. Hij neemt er een besluit dat hem jaren zal blijven achtervolgen: hij gaat bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) in het 2e Eskadron Pantserwagens. ,,Ik had eten nodig. En ik wilde mezelf kunnen verdedigen.” Heel veel meer wil Eelco niet kwijt over die periode. Ja, hij vecht tegen Indonesische onafhankelijkheidsstrijders en evacueert bedreigde Chinezen uit het West-Javaanse Garut, maar meer wil hij niet vertellen. ,,Daar heb ik geen behoefte aan.”
Als op 27 december 1949 de zelfstandigheid van Indonesië een feit is, is Eelco al vertrokken. Hij is eerder dat jaar gedemobiliseerd, werkt op een boot van de Koninklijke Paketvaart (met één K)-Maatschappij en heeft Singapore als standplaats. Hij werkt er 4,5 jaar en komt met de boot vaak in Indonesië, maar voet op vaste grond zetten doet hij niet.
Trees
Maar Eelco voelt zich ontworteld. Hij wil terug, gaat in 1953 in Jakarta wonen en onderhoudt daar sleepboten. Op familiebezoek in Bandung loopt hij buiktyfus op en komt hij in het ziekenhuis terecht. Daar ontmoet hij Trees, een zuster. Het klikt. De liefdesbrieven vliegen over en weer. In september 1956 trouwen ze en nog geen jaar later krijgen ze hun eerste dochter. Ze schrapen hun spaargeld bij elkaar om een huisje te bouwen in een buitengebied van Jakarta. Het leven lijkt hun toe te lachen.
‘Lijkt’, want in 1957 laait de discussie rondom Nederlands-Nieuw-Guinea op. Als het aan Indonesië ligt, dan geeft Nederland dat aan Indonesië, maar dat wil Nederland niet. Dat zou pas in 1962 gebeuren. Maar eind 1957 merken Eelco en Trees de vijandigheid ten opzichte van Nederlanders. ,,Om 07.00 uur kwam er een man langs. ‘U moet binnen 24 uur weg’, zei hij. Indonesië nam ons huis en dat van andere Nederlanders in beslag”, zegt Eelco. Hij brengt Trees en hun vijf maanden oude dochter halsoverkop naar familie in Bandung. Trees stapt met hun dochtertje op de boot naar Nederland. Een reis die een maand duurt. Eerst komen ze terecht in een opvang in Budel, later gaan ze naar het Limburgse Hoensbroek.
‘Appeltje te schillen’
Ondertussen zit Eelco nog in Indonesië. Hij heeft sleepboten te onderhouden. Tot in begin 1958 een majoor van het Indonesische leger de werkplaats opstapt. ,,Hij vroeg hoe het stond met de overdracht van mijn werkzaamheden aan de Indonesiërs”, zegt Eelco. Op dat moment zegt de majoor dat hij nog wel een appeltje te schillen heeft met Eelco. ,,Ik zei: ‘Hier groeien toch helemaal geen appels?’ Ik hield me van de domme”, zegt Eelco. Want diep vanbinnen weet Eelco waar het over gaat. ,,’Dat appeltje heet: het tweede eskadron van de KNIL’, zei hij. Toen wist ik genoeg. Ik ben naar de ambassade gegaan en heb mijn spullen gepakt. Binnen een paar dagen zat ik op de boot.”Eelco Wichers zat bij de KNIL © Roel van der Aa
In Nederland voegt hij zich bij Trees en zijn dochter. Later krijgen ze nog een dochter en een zoon. Hij werkt eerst bij DSM in Geleen om vervolgens voor een drankconcern te gaan werken in Den Bosch. Bij dat laatste bedrijf breekt zijn hart. ,,Het was de bedoeling dat ik eind jaren 60 naar Indonesië zou gaan voor een klus. Twee collega’s reisden vooruit. En daar kregen ze te horen dat ik als ex-KNIL persona non grata was daar. Een paar dagen later nam ik ontslag. Ik was zo teleurgesteld.”
Eelco Wichers zat bij de KNIL © Roel van der Aa
Uiteindelijk gaan Eelco en Trees, als alles in wat rustiger vaarwater zit, toch nog tien keer naar Indonesië. De laatste keer was in 2010. Wanneer Eelco en Trees in de rij voor de paspoortcontrole staan, ziet Eelco plotseling iets op de monitor verschijnen: een foto van hem in KNIL-uniform. ,,’Deze man heeft bij de KNIL gezeten’, zeiden ze in het Javaans tegen elkaar. Ze gooiden onze paspoorten terug en keken me niet meer aan. Toen wist ik: ik ga nooit meer terug.”
‘Niet vergeten’
Vandaag zijn Eelco en Trees weer bij de herdenking van de oorlogsslachtoffers die tussen 1942 en 1949 vielen in Nederlands-Indië. Het speciaal hiervoor opgerichte monument in park De Grevelingen is in 2005 er mede door de inzet van Eelco gekomen. Hij werd later voorzitter van de Vereniging Herdenking Oorlogsslachtoffers Nederlands-Indië. ,,Het is belangrijk dat we deze oorlogssituatie niet vergeten. Door dit monument is er een blijvende herinnering voor ons allen in Brabant.”
Stadsblad ‘s-Hertogenbosch
Persbericht
Herdenking Oorlogsslachtoffers Nederlands-Indië bij HONI-monument in ‘s-Hertogenbosch
Op 15 augustus herdenken we in Nederland de capitulatie van Japan in 1945 waarmee een einde kwam aan een 4-jarige bezetting van Nederland-Indië door de Japanners. Naast de nationale herdenking in Den Haag wordt hier ook bij stilgestaan in ’s-Hertogenbosch.
De herdenking bij het HONI-monument in Park de Grevelingen (hoek Rijnstraat-Merwedelaan) begint op woensdag 15 augustus om 14.15 uur. Iedereen is hierbij welkom
Kampen in Indonesië
Veel Nederlanders die bij het begin van de Japanse bezetting in Indonesië zaten werden opgesloten in kampen. Mannen en vrouwen werden gescheiden en werden overgeleverd aan de wreedheden van de Japanse bezetters. De mannen moesten werken aan de Birma- en de Pakandaroespoorwegen, kregen bijna of in het geheel niets te eten en velen stierven aan malaria.
De vrouwen in de vrouwenkampen moesten zien te overleven met hun kinderen en leefden onder erbarmelijke omstandigheden. Honger en ziektes waren naast de Jappen de voornaamste vijanden.
Velen van hen overleefden deze periode niet. Ook in de periode daarna, toen Indonesië onafhankelijk werd, kwamen velen om tijdens de Bersiap en werden uiteindelijk gedwongen te vluchten naar Nederland.
Herdenking
Voor de nabestaanden van deze slachtoffers wordt er in ‘s-Hertogenbosch een herdenking gehouden rond een speciaal hiervoor opgericht monument in de tuin van park de Grevelingen. Het monument is opgericht omdat vele oud Indische Nederlanders en Molukkers niet meer in staat waren om naar de nationale herdenking in Den Haag te gaan. Inmiddels wordt de herdenking jaarlijks bezocht door vele oud-Indiëgangers uit de regio en belangstellenden. Vorig jaar waren er ongeveer 350 bezoekers. In het verzorgingshuis De Grevelingen zitten ook nog enkele oud Nederlands-Indische Nederlanders en Molukkers.
Bij deze herdenking zullen verschillende sprekers uit de Nederlands-Indische gemeenschap het woord voeren. Ook burgemeester Mikkers van ‘s-Hertogenbosch zal dit jaar aanwezig zijn. Naast de sprekers treedt er een koor op en er is een muzikale omlijsting door een blazersensemble.
Iedereen, ook mensen uit de buurt, zijn welkom bij deze herdenking die aanvangt om 14.15 uur park de Grevelingen, Rijnstraat ’s-Hertogenbosch.
Na afloop van de herdenking (rond 16.00 uur) vieren wij de bevrijding en is er een gezellig samenzijn met muziek en er kan er genoten worden van een heerlijke nasi rames. Voor de maaltijd moet men zich vooraf opgeven bij info@honi.nl
Anneke Schults,
voorzitter H.O.N.I.
Lintje voor Rosmalense Anneke Schults-Pols
ROSMALEN – Anneke Schults-Pols (78) uit Rosmalen heeft woensdag een koninklijke onderscheiding ontvangen en is benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.
Decoranda is sinds 1994 actief op het gebied van welzijn, het kerkelijk leven, cultuur en cultuurhistorie. In de periode 1998 tot 2004 was zij bestuurslid van de Oeteldonksche Club van 1882.
Van 1999 tot 2014 was zij bestuurslid van carnavalsvereniging Bambergers 55+ en vanaf 2014 verricht zij hand- en spandiensten voor de vereniging. Decoranda is sinds 2004 bestuurslid van Stichting Gedenkteken Indiëgangers ‘s-Hertogenbosch. Daarnaast is zij sinds 2010 voorzitter van HONI ‘42-‘49 en tenslotte vanaf 2012 bestuurslid van Semper Vigilans (Anders in de kerk).
Decoranda verleende / verleent sinds 1994 mantelzorg aan achtereenvolgens de partner van haar vader, haar tante en vanaf 2014 aan haar buurvrouw.